1.2 (c.c.v) Wijdeveld (1983) (Dutch)

The Pagans Don’t Remember (Dutch) in: EuropeRoman

8
Toen dan Saphrus als veertiende koning over de Assyriërs regeerde, Orthopolis als twaalfde over de Sicyoniërs en Criasus als vijfde over de Argiven, werd in Egypt Moses geboren, door wiens toedoen het volk van God bevrijd is uit de Egyptische slavernij, waardoor het aldus beproefd moest worden om met verlangen te gaan uitzien naar de hulp van zijn Schepper. Sommigen geloven dan tijdens het bewind van de genoemde koningen Prometheus heeft geleefd. Het verhaal dat hij uit leem mensen heeft geboetseerd zou hierop berusten dat hij een voortreffelijk leermeester in de wijsheid geweest zou zijn. Er zijn wordt ons echter niet duidelijk gemaakt wie de wijze mensen van zijn dagen zijn geweest. Van zijn broer Atlas wordt gezegd dat hij een groot sterrenkundige was. De mythe heeft daar een aanleiding in gevonden om te fantaseren dat hij de hemel torst. Er wordt overigens ook een berg met zijn naam genoemd, wiens hoogte het volk wel eerder op die gedachte aan een hemel-torser gebracht schijnt te hebben.
In Griekenland is men sindsdien nog veel andere mythologische verhalen gaan verzinnen. Tot aan de Atheense koning Cecrops, onder wiens bewind de stad Athene ook die naam kreeg en tijdens wiens regeringsperiode God door toedoen van Moses zijn volk uit Egypte heeft weggevoerd, zijn er overigens nogal wat gestorvenen onder de goden opgenomen, als gevolg van een verblinde en verdwaasde gewoonte van de bijgelovige Grieken. Daar was Melantomica bij, de vrouw van koning Criasus, hun beider zoon Phorbas, die na zijn vader koning van de Argiven is geweest, de zesde in de rij; verder Jasus, de zoon van de zevende koning Triopas, en de negende koning Sthenelas (of Stheneleus of Sthenelus, want bij verschillende auteurs komt de naam in verschillende vormen voor). In deze tijd zou ook Mercurius geleefd hebben, de kleinzoon van Atlas en de zoon van diens dochter Maia, iets waarover ook in de meer populaire literatuur veel ophef wordt gemaakt. Hij is vermaard geweest om zijn bedrevenheid in veel kunsten, waarin hij ook de mensen heeft onderwezen; vanwege die verdienste hebben ze na zijn dood een god in hem willen zien of zelfs gezien. Hercules heeft, naar men zegt, later geleefd, maar hij behoorde toch wel tot dit tijdperk van de Argiven. Veel schrijvers plaatsen hem overigens in de tijd vóór Mercurius, naar mijn mening ten onrechte. Wanneer die twee overigens ook mogen zijn geboren, de serieuze geschiedschrijvers die deze oude gebeurtenissen te boek hebben gesteld, zijn het er wel over eens dat ze allebei mensen zijn geweest, die aan de stervelingen veel weldaden hebben bewezen, waardoor ze hun aardse leven gemakkelijker konden doorbrengen, en dat zich daarmee goddelijke eerbewijzen bij hen hebben verdiend.
Minerva is veel ouder dan zij: volgens het verhaal heeft zij zich in de dagen van Ogygus, nog op de leeftijd van een jong meisje voor het eerst vertoond bij een meer dat Tritonis heette en heeft zij daarnaar de naam Tritonia gekregen. Zij was zeker de uitvindster van veel activiteiten en werd te gereder voor een godin gehouden naarmate haar herkomst minder bekend was. Dat ze in gedichten uit het hoofd van Jupiter wordt geboren, moet men immers maar voor rekening van de dichters en de mythen laten, niet van de geschiedschrijving en de historische feiten!
De geschiedschrijvers zijn het overigens oneens over de tijd waarin die, Ogygus zelf geleefd heeft, in wiens dagen er ook een grote vloed is geweest, niet de allergrootste waarbij geen mensen zijn ontkomen dan degenen die een plaats in de ark konden krijgen en waarover de geschiedenis der heidenen, noch de Griekse noch de Latijnse, iets weet, maar toch wel een grotere dan die naderhand ten tijde van Deucalion heeft plaatsgehad. Met die vloed onder Ogygus begint namelijk Varro het boek dat ik hierboven heb vermeld; hij weet geen verder terugliggend beginpunt te vinden om vandaar bij de Romeinse geschiedenis te komen dan de vloed van Ogygus, dat wil zeggen: de vloed die in tijd van Ogygus plaatsvond. De kroniekschrijvers onder onze geloofsgenoten, eerst Eusebius en later Hieronymus, die in deze mening uiteraard steunen op een aantal vroegere geschiedschrijvers, vertellen dat de vloed van Ogygus meer dan driehonderd jaar later heeft plaatsgehad, toen al een tweede koning met de naam Phoroneus over de Argiven regeerde. In welke tijd hij overigens ook heeft plaatsgehad, Minerva werd in ieder geval reeds als godin vereerd toen Cecrops over de Atheners regeerde, tijdens wiens bewind die stad ofwel herbouwd ofwel gesticht heet te zijn.

(c.c.i) Latin(c.c.ii) Dyson (1998)(c.c.iii) Sanford and Green (1965)(c.c.iv) Dods (1890)(c.c.v) Wijdeveld (1983) (Dutch)(c.c.vi) Secondary sources

– Wijdeveld, Gerard, Aurelius Augustinus, De Stad van God, (Amsterdam: Ambo, 1983), pp. 854-856.

Leave a comment