1.1 (c.a.vi) Warren en Molegraaf (2012) (Dutch)

Plato’s Flood (Dutch) in: EuropeGreek

‘Wil je het dan eens van begin af aan vertellen?’ vroeg Amynandros. ‘Wat heeft Solon verteld? Hoe ging dat? En van wie heeft hij het voor waar aangenomen?’
‘Je hebt in de Delta van Egypte,’ zei Kritias, ‘op het hoekpunt waar de loop van de Nijl zich splitst het zogenoemde Saïtische district. De grootste stad in dat district is Saïs, en daar kwam koning Amasis vandaan. Als stichter van de stad geldt een godheid die in het Egyptisch Neith heet en naar de mensen daar beweren in het Grieks Athena. Zij zeggen erg op onze stad te zijn gesteld en op een of andere manier verwanten van ons Atheners te zijn. Volgens Solon betoonden ze hem bij zijn komst daar groot respect. Sterker nog, toen hij vragen stelde over de gebeurtenissen van lang geleden aan de priesters die daarvan het beste op de hoogte waren, kwam hij tot de ontdekking dat hij en alle andere Grieken van zulke dingen eigenlijk geen zier afwisten. In de hoop verhalen van hen los te krijgen over het verre verleden, probeerde hij hun onze alleroudste geschiedenis te vertellen. Hij vertelde over Foroneus, naar wordt gezegd de eerste mens, over Niobe, en hoe volgens de verhalen Deukalion en Pyrra de zondvloed overleefden. Hij ging op de genealogie van hun nakomelingen in en trachtte door de periode te vermelden uit te rekenen hoeveel jaren verstreken waren sinds de feiten waarover hij het had. Een van de priesters, een hoogbejaarde man, zei toen: “Solon, Solon! Jullie Grieken blijven altijd kinderen, een oude Griek bestaat niet.”
“Hoe bedoelt u dat?” vroeg Solon.
“Jullie zijn allemaal jong van ziel,” zei hij. “Jullie hebben daarin namelijk helemaal geen oud geloof dat in een lange traditie wortelt en helemaal geen kennis die door de tijd is gerijpt. Dat komt omdat de mensheid vele malen op vele manieren is ondergegaan en zal blijven ondergaan. Vuur en water zorgen voor de grootste rampen, voor de minder erge zijn er talloze andere oorzaken. Het is toch zo dat ook bij jullie het verhaal over Faethon, de zoon van Helios, wordt verteld? Eens zou Faethon de wagen van zijn vader hebben ingespannen maar hij kon die niet in diens baan houden: daardoor vloog op aarde in brand terwijl hij zelf door de bliksem omkwam. Zo vertelt lijkt dit een legende, maar het is een feit dat de hemellichamen die rond de aarde draaien van hun baan afwijken waardoor met grote tussenpozen alles op aarde in een zee van vuur ondergaat. Wanneer het zover is, zullen mensen die op bergen wonen, of bewoners van hooggelegen en droge streken, eerder omkomen dan mensen die bij de rivieren of aan zee leven. De Nijl, die in allerlei gevallen redding brengt, behoedt ons ook voor deze ramp door te rijzen. Maar wanneer de goden de aarde overspoelen door haar met water te reinigen, blijven de herders en de veehouders in de bergen behouden, terwijl de stedelingen bij jullie de rivieren in zee worden gesleurd. In onze streken komt water nóóit—ook dan niet—van bovenaf op de velden neer. Het gaat hier juist van nature andersom: al het water komt van beneden naar boven. Dat verklaart, dat is de reden waarom de dingen die bij ons bewaard zijn gebleven als de alleroudste gelden.
Het is een feit: op alle plekken waar dat niet door overmatige hitte en kou wordt belet, vind je altijd mensen, de ene keer wat meer, de volgende keer wat minder. Wanneer nu bij jullie, hier of op welke plek ook sprake was van iets moois, iets groots, iets wat om een andere reden opviel, en wij daarover hoorden, dan werd dat allemaal van oudsher hier op de tempels geschreven waardoor het bewaard bleef. Terwijl iedere keer wanneer jullie en de andere mensen eenmaal van het schrift zijn voorzien en van alles wat een staat nodig heeft, na de vaste periode van hemelse vloed als een ziekte op jullie neer komt dalen! Bij jullie blijven dan alleen de mensen over die niet kunnen schrijven en die niet ontwikkeld zijn, zodat jullie weer als een nieuwe generatie van voren af aan moeten beginnen. Daarom hebben jullie geen idee hoe het in de oude tijden hier of in jullie eigen land toeging.
In ieder geval, Solon, bestaat er nauwelijk enig verschil tussen je verhalen over de genealogie in jullie land en sprookjes van kinderen. In de eerste plaats vermeld je maar één zondvoed op aarde, terwijl er in het verleden heel wat zijn geweest. Verder besef je niet dat het mooiste en beste mensengeslacht in het land leefde waar jullie nu wonen. Jij en heel jullie huidige staat stammen van die mensen af omdat destijds een beetje zaad overbleef. Maar dit is jullie ontgaan omdat de overlevenden vele generaties lang stierven zonder hun verhalen op schrift te kunnen zetten. Jawel, Solon, eens, vóór de grootste verwoesting door het water, gold de staat die tegenwoordig Athene is als de sterkste in de oorlog en zou hij ook in alle opzichten verreweg het beste zijn ingericht. Naar men zegt leverde deze staat de schitterendste prestaties en had hij het schitterendste staatsbestel van alle naties waarvan ons ooit onder de hemel de roep heeft bereikt.”

(c.a.i) Greek(c.a.ii) Zeyl (1997)(c.a.iii) Lee (1971)(c.a.iv) Lamb (1925)(c.a.v) Jowett (1892)(c.a.vi) Warren en Molegraaf (2012) (Dutch)(c.a.vii) Secondary sources

– Warren, Hans en Molegraaf, Mario, Plato, Verzameld Werk II, (Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker, 2012), pp. 469-471.

Leave a comment